Vakbekwaamheid
Inleiding

De advocaat is verplicht volgens de normen van de Nederlandse Orde van Advocaten elk kalenderjaar op ieder geregistreerd hoofdrechtsgebied tien opleidingspunten te behalen. De advocaat voldoet hieraan.

De advocaat voldoet daarnaast aan de door de Raad voor Rechtsbijstand voorgeschreven deskundigheidseisen voor de hoofdrechtsgebieden arbeidsrecht en huurrecht.

Opleiding

Artikel 4.1 van de Verordening op de Advocatuur ('Voda') bepaalt in lid 1 dat een advocaat bij de uitoefening van zijn beroep vakbekwaam is, waaronder wordt begrepen dat de advocaat de professionele kennis en kunde bezit die nodig is voor het uitoefenen van de praktijk. Het artikel bepaalt in lid 2 dat een advocaat alleen zaken aanneemt waarvoor hij de deskundigheid bezit dan wel waarvoor hij gebruik maakt van de deskundigheid van een ander.

Het uitgangspunt is dat het kantoor zich zo goed mogelijk kunnen blijven ontwikkelen ten behoeve van de praktijkvoering. Dit betekent dat een vakinhoudelijke opleiding voorop staat en er niet alleen aandacht is voor de verplichte studiepunten.

De advocaat heeft de verplichte beroepsopleiding met succes afgerond. Hij voldoet jaarlijks aan de door de Nederlandse Orde van Advocaten voorgeschreven onderwijsverplichtingen. De advocaat zorgt er op die wijze voor dat hij de studiepunten behaalt door bijvoorbeeld het volgen van cursussen op zijn rechtsgebieden bij door de algemene raad erkende opleidingsinstellingen.

Intervisie

De advocaat neemt deel aan intervisie.

Intervisie is een gestructureerde en periodieke bespreking in een kleine groep hiërarchische gelijkwaardige professionals waarin dilemma’s en vragen over het eigen functioneren, de praktijkvoering en praktijkuitoefening centraal staan. De groep kan bestaan uit zowel partners als medewerkers, zolang iedere advocaat zich veilig voelt om aan het overleg mee te doen en zich niet beoordeeld voelt door een kantoorgenoot.